SV | Toen trad die profeet tot den koning van Israel, en zeide tot hem: Ga heen, sterk u; en bemerk, en zie, wat gij doen zult; want met de wederkomst des jaars zal de koning van Syrie tegen u optrekken. |
WLC | וַיִּגַּ֤שׁ הַנָּבִיא֙ אֶל־מֶ֣לֶךְ יִשְׂרָאֵ֔ל וַיֹּ֤אמֶר לֹו֙ לֵ֣ךְ הִתְחַזַּ֔ק וְדַ֥ע וּרְאֵ֖ה אֵ֣ת אֲשֶֽׁר־תַּעֲשֶׂ֑ה כִּ֚י לִתְשׁוּבַ֣ת הַשָּׁנָ֔ה מֶ֥לֶךְ אֲרָ֖ם עֹלֶ֥ה עָלֶֽיךָ׃ ס |
Trans. | wayyigaš hannāḇî’ ’el-meleḵə yiśərā’ēl wayyō’mer lwō lēḵə hiṯəḥazzaq wəḏa‘ ûrə’ēh ’ēṯ ’ăšer-ta‘ăśeh kî liṯəšûḇaṯ haššānâ meleḵə ’ărām ‘ōleh ‘āleyḵā: |
Toen trad die profeet tot den koning van Israël, en zeide tot hem: Ga heen, sterk u; en bemerk, en zie, wat gij doen zult; want met de wederkomst des jaars zal de koning van Syrië tegen u optrekken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen trad die profeet tot den koning van Israël, en zeide tot hem: Ga heen, sterk u; en bemerk, en zie, wat gij doen zult; want met de wederkomst des jaars zal de koning van Syrië tegen u optrekken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!